De handdoek
Door: JB
24 Augustus 2017 | Italië, Otricoli
Deze middag waren we al vroeg op onze bestemming. Het was wat lastig te vinden, maar uiteindelijk kwamen we uit bij een rustige camping met restaurant en al weer een zwembad. Het was 34 graden, dus we zijn, nadat we de tent hadden opgezet, op zoek gegaan naar onze handdoek. Onze frisse handdoek, want we hadden de beide exemplaren een wasbeurt gegeven. D.w.z. even flink in de zeephouder op de wasbak geknepen en vervolgens moest de handdoek een korte wasbeurt ondergaan. Zeep is zeep. Het ruikt lekker, maakt schoon en even op de fiets laten drogen. Een frisse badhanddoek tot onze beschikking dus. We lopen naar het zwembad en zien vanaf een afstand al, dat het allemaal mooi egaal gebruinde types zijn. En we tellen zo al een tiental badhanddoeken waar een compleet gezin op kan liggen. En dan komen daar de schutters met hun 0.50 x 1.00 meter stukje textiel. En stel je verder eens voor, dat we beiden zo plm. 1.80 zijn. Wat ligt er dan op die handdoek. Of anders: waar blijft dan die handdoek. Nu wil het geval, dat de badmeester van dienst oog heeft voor de situatie. We zijn schoorvoetend naar binnen gegaan. ‘Van welke parasol wil u graag gebruik maken’. We zijn even uit het lood geslagen. Parasol? We hebben nooit een parasol. Bovendien kost dat ook nog geld en dat hoeft ook weer niet. Maar deze zit bij de prijs inbegrepen. Plus twee ligstoelen. Dit kon echt niet beter.
Geïnstalleerd, even om ons heen gekeken vanaf de ligstoelen onder de parasol. Je kon niet anders zeggen, dat dit, zeker voor ons doen, een riante situatie was. Enthousiast sprongen we op en wandelden naar de zwempoel. Naast het materiële aspect, de handdoek dus, is er nog een ander verschil tussen de badgasten en J en T. De kleur of beter gezegd kleuren. Iedereen is mooi egaal bruin. Wij zijn wit-bruin-wit-bruin. De wielerbroek en het wielershirt houden zon tegen. Onder die kleren komt nooit zon. Ook geen gezicht natuurlijk. Daarom kozen we er vaak voor, als we eenmaal in bad lagen, om dan zo lang mogelijk onder water te blijven. Er is ooit eens een badmeester geweest, minder tactvol dan die van vanmiddag hier in Otricoli, die een wit-bruin (of rood) zwemmer er op wees dat hij, voordat hij het bad in ging duiken, eerst zijn hemd uit moest trekken. Grappig weliswaar, maar het zal je maar overkomen.
Lekker gezwommen dus. We komen dichter bij Rome en twee dingen vallen op. In de eerste plaats dat vele wegen nu ook echt naar Rome leiden. En verder hebben we de indruk, dat de wegen beter worden. Nog niet zoals het hoort, maar het is niet meer zo bar en boos als de laatste dagen. En voor het eerst een reactie van zo maar iemand in een stadje. We passeren en de man volgt ons met zijn blik. En roept ‘A Roma?’ Hij weet natuurlijk ook wel, dat dit een van de laatste heuvelruggen is, die je over moet en dat je dan over een km of 90 in Rome bent. Van waar je ook komt. Nu ga je het halen. En voor ons is dat ook maar goed. Het fietsen is plichtmatig geworden na Assisi. Tussen Assisi en Rome zat geen echt doel meer. We komen nog steeds door de mooiste dorpjes, die sierlijk tegen zo’n heuvel liggen. De omgeving is nog steeds prachtig. Maar we zijn voornamelijk bezig met het aftellen van de kilometers die we nog moeten gaan. Met de laatste lastige stukjes te overwinnen.
Overgebleven doel: Rome. We moeten het alleen nog even afmaken. Laten we dat maar doen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley